Onlangs was JanPieter Hoogma  in Nederland om een basistraining te geven. JP geeft al jaren coco-trainingen in Schotland waar een bloeiend Co-Counseling netwerk uit voort is gekomen.

Als je met JP praat is het goed te merken dat zijn Nederlands ver-engelst is. Maar er valt nog iets anders op als je wat langer met hem praat. JP heeft het regelmatig over “labels” en “denkfouten”.

Over dit onderwerp had ik een gesprek met JP

 

M: JP, Hoe ben jij er eigenlijk toe gekomen om je met het onderwerp “labelen” bezig te houden ?

JP: Nieuwsgierigheid naar de effecten van labels op mensen

Jaren terug al heb ik mensen zien veranderen door zichzelf een andere naam te geven

Min of meer toevallig kwam ik door iemand in mijn privé-leven in aanraking met CBT (Cognitive Behaviour Therapy)

Ik zag dat bij deze persoon die therapie een beter effect had dan Co-Counseling.  Dat maakte mij nieuwsgierig om me er verder in te verdiepen.

 

M: Wat is CBT?

JP: Cognitieve gedragstherapie.

In de cognitieve therapie worden bepaalde gedachtenpatronen denkfouten genoemd.

Denkfouten kunnen depressies uitlokken en ze in stand houden

 

M: Wat zijn hier voorbeelden van?

JP:

1.Generaliseren

Zowel positieve als negatieve  dingen, horizontale en verticaal betrekken op alles.

“Als de cake niet goed gerezen is, is het hele feestje naar de knoppen”.

(horizontaal) zie je wel , je hebt nooit goed kunnen bakken en zult het ook nooit kunnen (verticaal)

(als het woord altijd, nooit, iedereen of niks in de uitspraak is herken je de gedachte als een denkfout)

 

2.Met twee maten meten

Voor jezelf strengere normen hanteren dan voor anderen (of andersom)

 

3. Zwart-wit denken

Iets is goed of slecht ; mooi of lelijk

Terwijl de werkelijkheid genuanceerder is

 

4. Alles op jezelf betrekken

Als iets mis of niet naar wens verloopt het op jezelf betrekken

Dit staat in de boeken geschreven over cognitieve therapie.

Denkfouten hebben veel consekwenties. Met denkfouten verdraai je de werkelijkheid.  Je kijkt als het ware door een smalle koker naar de wereld om je heen. Je denkfout maakt je wijs dat je gelijk hebt.

 

M: Wat hebben denkfouten met “labels” te maken ?

JP: Als ik een label op iemand plak maak ik een denkfout.

Door middel van het plakken van “labels”  op jezelf en anderen kun je jezelf op- of onder-waarderen; jezelf in een keurslijf stoppen.

Als je gedrag niet meer past in dat keurslijf is de weg vrij om je zelf af te kraken of op te hemelen.

Door over mezelf te zeggen “ik ben man en therapeut” mag ik bepaalde dingen wel/niet voelen. Ik label mezelf dan als man en als therapeut. “ik doe soms therapie-gesprekken”klopt en voelt beter.

Ik identificeer me liever niet met de dingen die ik wel of niet doe .

Als ik een plank ophang  ben ik nog geen timmerman.

 

M: Waarom niet?

JP: Omdat het niet klopt met de werkelijkheid wie ik ben.

Het verwart specifiek gedrag met de persoon

Labels kunnen uitgroeien tot definities over de persoon. Als je sterk emotioneel bij iemand betrokken raakt bestaat de kans dat je die ander ofwel een grote klootzak of een geweldige minnaar gaat noemen.

Als de één zegt tegen de ander “wat ben je toch een verwenner” loop je de kans dat je de ander overwaardeert en  jezelf onderwaardeert.

Als je zegt “ik geniet zo van wat je doet”, dan houd je de communicatie op het “tussen-ons-niveau”

(bovendien beter voor een gevoel van gelijkwaardigheid en het houdt de druk van mogelijke wederzijdse  “verwachtingspatronen” zo klein mogelijk )

 

M: Hoe weet ik dat ik een denkfout maak?

JP: Als je een label op iemand anders of op jezelf plakt  in een zin waar het werkwoord zijn in voorkomt.

 

M: Dus als ik zeg dat ik een liefdevolle persoon ben maak ik een denkfout?

JP: Ja, want als je op deze manier over jezelf gaat denken zullen er wellicht momenten komen dat je niet aan dit beeld voldoet.

 

M: Noem nog eens een voorbeeld?

JP:   Als ik tegen jou zeg:  “Jij bent niet aardig”

De werkelijkheid is dat jij iets doet wat ik niet leuk vind. Een denkfout maak ik wanneer ik daar de conclusie aan verbind dat jij niet aardig bent.

Als ik zeg “ jij bent niet aardig”, dan maak ik bovendien mezelf machteloos want ik kan jou niet veranderen.

Als ik zeg “jij doet iets wat ik niet leuk vind” dan kan ik bedenken hoe ik daar anders mee kan om gaan. Dan kan ik ook kijken naar wat ik daar emotioneel aan vast hang. De vraag voot mij is dan : “Wat maakt het lastig voor mij om met dat gedrag om te gaan?”

 

M: Zijn mensen wel gemotiveerd om naar hun denken te kijken? Het is toch veel makkelijker om te zeggen dat die ander een storend persoon is?

JP Makkelijker wel, maar het niet- plakken van etiketten op een persoon en kijken hoe je anders met diens gedrag kan omgaan is uiteindelijk veel meer belonend.

Een beetje nieuwsgierigheid naar effecten van communicatie is wel nodig:  wat zal er gebeuren als ik anders - alerter op dit soort dingen-  reageer ?

Dat betekent tegelijk een bereidheid  om opnieuw te kijken en te luisteren naar de taal die je spreekt.

 

M: Hoe leer ik om alerter met denkfouten om te gaan?

JP: Ten eerste : geef je zelf toestemming voor alle mogelijke denkfouten die je maakt. Er is op zich niets fout met jou als je denkfouten maakt. Bijna iedereen doet dat regelmatig. Integendeel: in iedere denkfout zit eigenlijk ook een kern van waarheid, weliswaar vervormd. Gebruik die denkfout om de verborgen waarheid onvervormd te zien. Het gaat er dus om hoe je met je denkfouten omgaat wanneer je ze opmerkt.

Als je er één hebt opgespoord ga je zelf dan niet op de kop geven omdat je een denkfout maakt.

Kijk maar eens naar de volgende cyclus:

a . ik zeg onnadenkend over iemand  ‘dat is een lul”

b . acheraf ben ik mij bewust  ‘dat is denkfout” ( die man heeft w.s. een lul, maar ís het niet, er  is waarschijnlijk iets in zijn gedrag waar ik last van heb)

c . wat is de realiteit kijken achter die denkfout? Ik  ervaar zijn gedrag ervaar als buitensluitend en daar heb ik boze gevoelens over  

d.  wat is mijn wens ?(verschillende opties: b.v. tegen hem zeggen dat ik boos word als hij ….. gedrag heeft en dat ik graag wil dat hij rekening met mij houd)

Leer door ervaring, geniet er van hoe dingen gaan, luister naar wat je jezelf hoort zeggen en vraag je regelmatig af : ” wat gebeurt hier?”

 

M: Wat motiveert jou om juist in coco-land iets te doen met labels?

JP:  Ik heb gezien dat sommige technieken labelversterkend werken. Bij het “vieren” en  het geven van validaties aan anderen komt dat soms naar voren.

Als iemand jarenlang een overtuiging heeft gehad dat hij gevoelloos is

en hij geeft zichzelf  een nieuw label in een coco-training met “ik ben liefdevol” dan kun je er donder op zeggen dat hij binnen de kortste 

keren daar toch weer aan gaat twijfelen.

Als hij in plaats daarvan zegt “ik heb een liefdevolle kant in mij”

zal zijn brein deze nieuwe overtuiging makkelijker accepteren .

Mensen hebben soms de neiging om zich te identificeren met hun problemen of met een zelfbeeld waarmee ze zichzelf omlaaghalen

Bijvoorbeeld:

  • “Ik ben mislukt”  
  • “ik ben een incestslachtoffer”  
  • “ik hoor er niet bij “

Aan dit soort uitspraken kleven gevoelens vast.

Ik heb gemerkt hoe belangrijk het is dat mensen leren zeggen:

  • “Ik ben okay en soms gaan dingen mis in mijn leven”
  • “ik ben okay en  ik heb ervaringen  met incest die ik wil verwerken”
  • “ik ben okay en ik wil anders leren omgaan met mijn gevoeligheid voor buitensluiting”

In de  basistrainingen die ik geef is één van de belangrijkste uitgangspunten dat mensen gaan beseffen:

“Ik ben okay en  ik heb gevoelens”

“Ik ben okay en ik heb soms problemen en/of uitdagingen”

Je bént je gevoelens en je gedachten niet je hébt ze.

Het is deze verwarring tussen gevoelens hebben en gevoelens zijn, die mensen machteloos maakt.

Op deze maniier kunnen mensen ook moeilijke, slechte gevoelens accepteren, omdat die gevoelens hebben, niet betekent dat je als persoon moeilijk of slecht bent.


M: Het doet me een beetje denken aan de psycho-synthese benadering:

“Ik heb gevoelens en ik ben meer dan m’n gevoelens”

“Ik heb gedachten en ik ben meer dan m’n gedachten”

 

JP Dat is een totaal andere benadering, daarin wil men mensen bewust maken dat je afstand kunt nemen van je gevoelens en gedachten; dat er een manier is om je er minder mee te identificeren.

In de C.B.T. gaat het er op de allereerste plaats om hoe je brein kan leren dat jij als persoon okay bent; ook als je die vreselijke gedachten of emoties hebt. Je blijft okay.

 

M Ik krijg de indruk dat jij meer  waarde hecht aan het brein  dan aan emoties.

JP Dat is niet zo. Ik vind het belangrijk dat mensen leren dat het begin van een veranderingsproces plaatsvindt in het brein. Daar is de plaats waar emoties gestuurd worden. Pas als mensen van binnen uit weten dat ze okay zijn, zijn ze toegerust om de emotionele problemen die ze tegenkomen te hanteren.

 

M: Nog even een uitstapje; in de voice dialogue leer ik om te communiceren met deelpersoonlijkheden van mezelf.

De kritikaster komt daarin naar voren als een belangrijke deelpersoonlijkheid. Is dat vergelijkbaar met mezelf niet-okay vinden?

JP:Ja en nee. Vaak gebruiken mensen hun kritikaster om te bewijzen dat ze niet OK zijn. Dat is jammer. Als ze goed leren te  communiceren met hun kritikaster vanuit een ‘Ik ben OK’ houding, dan wordt hij een helper en kunnen ze daar veel profijt van hebben.

 

M:Wanneer begint een kind er mee om denkfouten te maken?

JP: Kinderen worden niet als denkende wezens geboren. Het denken ontwikkelt zich. Al vrij vroeg leren kinderen etiketten voor de wereld om hun heen. Sommige dingen doen pijn en zijn slecht; andere dingen voelen goed. Zo gaan ze ook naar zichzelf kijken. “Als ik … doe ben ik lief  als ik …  doe ben ik stout”. Zodra een kind leert om een conclusie te trekken uit wat er gebeurt, is het ook in staat om een denkfout te maken. Vaak gebruiken ouders ook etiketten: “Stouterd!”, “Nou ben je lief.” De meesten van ons groeien op met een tas vol denkfouten.

Het kinder brein krijgt een heel andere boodschap als het hoort : “Dat gedrag vind ik niet leuk/goed, en toch hou ik van je.

Labeling an sich  is belangrijk om de wereld om je heen te herkennen.

Het is handig als je een tafel een bed van elkaar kunt onderscheiden.

Of een auto en een fiets.

Daar is labeling functioneel. Ook toen mijn oma zei: “Er ligt een bullebak in de kelder”, was de labeling functioneel om mij uit de kelder vandaan te houden.Maar ik ontwikkelde wel een angst om kelders in te gaan. Dus daar kwam een denkfout in mij!

“De dorpsgek daar kun je mee lachen” leerde ik, “ maar blijf uit zijn buurt”. 

Daar leerde ik iets over mensen met afwijkend gedrag.

Labels kunnen heel verwarrend zijn voor het opbouwen van een zelfbeeld.

Kinderen die op school gepest worden weten daar alles van.

Als je het label “miss peggy” krijgt opgeplakt en er wil  niemand met je spelen, dan sluipt daar gemakkelijk een denkfout in het kinderbrein. Kinderen maken makkelijker denkfouten dan volwassenen.  Dat maakt ze kwetsbaarder.

Het kind kan de conclusie trekken dat haar lijf niet okay is en dat ze niet leuk is om mee te spelen. 2 denkfouten. Als je deze  labels - die ze wellicht zelf is gaan overnemen over zichzelf -  als denkfouten aanpakt heb je het begin van een verandering naar een positiever zelfbeeld.

 

M Ik vind jouw benadering interessant, maar tegelijk vraag ik me af of je niet te veel in je hoofd blijft zitten met deze benadering

JP: Als ik met de auto het verkeer inga doe ik eerst de gordels om, regelmatig  controleer ik het oliepeil regelmatig en de spanning op de banden. Allemaal brein-arbeid, die nodig is voordat ik gas ga geven.

Na enige oefening doe je deze dingen als vanzelf.

Zo gaat het ook met de cognitieve benadering. In het begin moest ik  wennen aan het onder ogen zien van denkfouten die ik maakte.

Toen ik eenmaal doorhad hoe het werkte is de kwaliteit van mijn leven verbeterd.

 

M Is er in deze benadering wel ruimte om je  emoties te ontladen?

JP Natuurlijk wel. Mijn cursisten leren hun mentale arbeid in een goede balans te brengen met hun emotionele ontlading.

Hierdoor is er een minimaal risico dat mensen in hun emoties verdrinken. En je geeft mensen gereedschap mee waar ze hun levenlang profijt van hebben.


Onderwerpen
CoCoInfo Tags: